Jaarstukken 2019

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Grondslagen voor resultaatbepaling

Personeelslasten

  • Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Door het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden wegens ‘jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume’, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt, waarbij moet worden gedacht aan ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
  • Voor ‘jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume’ wordt geen voorziening getroffen noch op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) wordt wel een verplichting opgenomen.

Afschrijvingskosten immateriële vaste activa

  • De op de immateriële vaste activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op art. 64, lid 6 BBV. Deze post (bijdragen aan activa in eigendom van derden) wordt afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde, op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden, moet bijdragen aan de publieke taak.

Afschrijvingskosten materiële vaste activa

  • De op de materiële vaste activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, conform de bepalingen van het BBV en meer specifiek conform het (in de bijlage activabeleid van de financiële verordening opgenomen) overzicht van afschrijvingstermijnen, welk overzicht hierna als bijlage is opgenomen.
  • Nieuwe slijtende investeringen worden, vanaf 1 januari volgend op het jaar waarin de nieuwe investering in gebruik is genomen (en dus daadwerkelijk bijdraagt aan de bedrijfsvoering dan wel het voorzieningenniveau) lineair afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele restwaarde.

Rentebijschrijving op activa

  • In geval van grote, meerjarige (bouw)projecten wordt, gedurende de periode van uitvoering, rente op de investering bijgeschreven (geactiveerd).

Vennootschapsbelasting

  • Vanaf 1 januari 2016 is de belastingplicht in de VpB uitgebreid voor overheidslichamen en daarmee ook voor gemeenten. De VpB is berekend over het commerciële resultaat volgens de staat van baten en lasten tegen het geldende tarief, rekening houdend met fiscale faciliteiten.
ga terug